In gesprek met Henriëtte Post, directeur-bestuurder van het Fonds Podiumkunsten

Door Tom van der Velpen op 05-03-2020

Henriëtte Post (1956) is sinds 2013 directeur-bestuurder van het Fonds Podiumkunsten. Het Fonds Podiumkunsten geeft namens de Rijksoverheid financiële ondersteuning aan alle vormen van professionele podiumkunsten in Nederland. Het gaat daarbij om muziek, muziektheater, dans, theater en festivals. We spraken de gepassioneerde bestuurder over de nieuwe subsidieregelingen, het miljoen naar De Staat en de toekomst van de Nederlandse popmuziek.

Wat doen jullie precies bij Fonds Podiumkunsten?

‘We verstrekken namens de Rijksoverheid subsidies aan de volle breedte van de professionele podiumkunsten. Naast artiesten kunnen ook podia een aanvraag doen om een bijdrage te krijgen voor de financiering van de programmering. We hebben daarnaast ook aparte projectregelingen, speciaal voor de popmuziek.’

henriette

De projectregelingen van Fons Podiumkunsten voor artiesten in de categorie popmuziek:

- Upstream: Music is bedoeld voor artiesten die al enige tijd bezig zijn. Een bijdrage uit Upstream: Music kan worden gebruikt om een sprong te maken naar meer publiek en ook meer inkomsten. Het Fonds dekt in principe maximaal 50% van de kosten. De bijdrage is minimaal € 15.000 en maximaal € 50.000 en een deel wordt als lening verstrekt.

- Het snelloket. Als je als artiest de afgelopen 18 maanden gemiddeld tien keer op een relevant Nederlands podium hebt gespeeld en uitnodigingen hebt om op ten minste drie podia in het buitenland te spelen, kom je in aanmerking voor een reiskosten-, visumkosten en transportvergoeding. Binnen de EU is dat maximaal 5.000 euro en buiten de EU maximaal 7.500 euro.

- Urban projecten: Het programma urban projecten is gericht op initiatieven van opkomende artiesten op het gebied van grootstedelijke en urban cultuur. Je kunt maximaal 15.000 euro aanvragen als individu. Er is een maximum bedrag aan te vragen van 25.000 euro voor gezelschappen/collectieven.

Hoe bereik je de beginnende artiesten voor regelingen als urban projecten?

‘Samen met Fonds voor Cultuurparticipatie en het private VSBfonds hebben we 16 matchmakers verspreid over het hele land. Zij zijn onze ogen en oren van wat er leeft op het gebied van cultuur. Via hen hopen we dat zij mensen in die regio kunnen enthousiasmeren om bij ons een aanvraag in te dienen voor urban projecten. En zelf doen we een hoop nieuwe kennis op over dat deel van de cultuursector.’

Fonds Podiumkunsten is volledig gefinancierd vanuit de overheid?

’Ja, wij krijgen ons geld van het Ministerie van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, red.). We krijgen een beleidskader van de minister mee, met opdrachten erin over wat we ermee moeten doen. Op basis van dit kader moeten wij eens in de vier jaar een beleidsplan maken, daarin geven we uitleg over wat voor soort regelingen we hebben. We staan nu weer aan de vooravond van een nieuwe periode. We moeten in februari ons beleidsplan indienen en vanaf 1 januari 2021 start dan een nieuwe periode van vier jaar.’



Henriëtte Post over subsidieadvies verstrekt door het Fonds

Het budget wordt door jullie bepaald?

‘Nee, de minister bepaalt het budget en dat kan elke vier jaar weer veranderen. Bij het eerste kabinet Rutte, in 2010, heeft staatssecretaris Zijlstra 200 miljoen bezuinigd op de volle breedte van de cultuur. Daar zijn wij ook door geraakt. Niet alleen op Rijksniveau, maar ook op lokaal niveau is bezuinigd. Daar zijn bijvoorbeeld podia door geraakt. Poppodia financieren vaak een deel van hun exploitatie door de kaartverkoop. Als ze jong talent willen programmeren, lopen ze een financieringsrisico. Hierdoor kan het zijn dat podia ‘veiliger’ gaan programmeren en krijgen talenten minder de kans.’

‘De minister van OCW heeft een directe verantwoordelijkheid voor een aantal instellingen en dat wordt de Basisinfrastructuur (BIS) genoemd. Denk hierbij aan orkesten en grote theatergezelschappen. Je zou kunnen zeggen dat wat het Fonds Podiumkunsten doet complementair is aan die BIS. Een groter deel van het budget van de minister gaat in de toekomst naar die basisinfrastructuur en niet naar het Fonds, daarom verandert ook ons beleid. Wij verwachten door de verschuiving van het budget dat we minder meerjarige subsidies aan gezelschappen en ensembles kunnen honoreren dan we nu doen. De aanvragers die hierdoor buiten de boot vallen zullen waarschijnlijk project subsidies aanvragen. Wij moeten dus zorgen dat er een nieuw evenwicht ontstaat tussen de verschillende subsidievormen en dat wat nodig is om de podiumkunstensector gezond en actueel te houden..’

Hoe verdelen jullie het geld met het Fonds?

‘Een groot deel van ons budget is bestemd voor meerjarige subsidies voor instellingen zoals De Staat, ensembles, gezelschappen en festivals, die voor een periode van vier jaar subsidie kunnen aanvragen. We krijgen vanaf 2021 in totaal bijna 50 miljoen toegewezen, en zo’n 25 miljoen daarvan gaan naar de meerjarige subsidies.’

Hoe groot moet ik het muziekdeel zien binnen jullie fonds?

‘We werken niet met vaste budgetten voor muziek, toneel en de rest van de disciplines afzonderlijk. Alle aanvragen komen op één hoop en die beoordelen we allemaal tegelijk. We houden wel in de gaten of alle disciplines daarin terugkeren. Wel hebben we aan de programmeringskant een aantal specifieke popregelingen, zoals de Kernpodium regeling, de regeling voor incidentele concerten en voor kleinere festivals. De grote festivals, zoals Eurosonic Noorderslag, zitten in de meerjarige regeling.’

Hoe verdeel je het budget over de verschillende disciplines?

‘Dat is een ingewikkelde balans kan ik zeggen. Want we bekijken elke aanvraag zorgvuldig, en bij de regeling ligt van tevoren vast waar je naar kijkt. De reputatie van de aanvrager speelt een rol, maar is zeker niet het enige waar we naar kijken. We willen weten wat je van plan bent, of het realistisch is, en hoe het zich verhoudt tot wat je eerder gedaan hebt. De toekomstverwachtingen van de aanvraag moeten ordentelijk zijn en ook budgettair realistisch.’

‘Daarnaast moet er ook sprake zijn van complementariteit met de markt, waarbij je kijkt wat in de vrije sector en in de basisinfrastructuur gebeurt. Als bijvoorbeeld teksttheater veel wordt gestimuleerd vanuit de markt en de overheid, en muziek minder, dan is het waarschijnlijk dat de muziekaanvraag het wint omdat het iets toevoegt aan totale pallet van het totale Nederlandse landschap van podiumkunsten.’



Headline show van De Staat op Lowlands 2019

Een paar jaar geleden kreeg de Nijmeegse rockband De Staat dankzij jullie meerjarige regeling een miljoen euro. Dit bracht commotie in de media en muziekwereld. Hoe kijk je daarop terug?

‘Er is altijd veel gedoe in de media om die meerderjarige subsidies. Soms verliezen mensen met een enorme staat van dienst hun subsidie bij ons. Maar 3,5 jaar geleden was in het geval van De Staat het meeste gedoe niet over iets wat we hadden afgewezen maar juist hadden toegekend. Dat zag ik niet direct aankomen. Vragen in de Tweede Kamer, De Staat die bedreigingen kreeg en veel onrust vanuit de popsector.’

Is de oorzaak voor deze commotie afgunst geweest?

‘Pop kent een grote publieke belangstelling. Dat is één. Ik denk dat het niet alleen afgunst is. Het ontregelt misschien een beetje, het feit dat de Staat een meerjarige subsidie heeft gekregen. Het strookt namelijk niet met het beeld dat van de popsector bestaat. Dat gaat aan de ene kant over de dynamiek, die vaak heel anders is in de andere disciplines. Er heerst een idee dat een popmuzikant niet weet waar hij speelt over vier maanden en dus kan die geen meerjarige plannen maken. Ook hoor je nogal regelmatig dat de pop bij uitstek in staat zou moeten zijn z’n eigen broek op te houden. De Staat bewees het tegendeel door een solide meerjarig plan in te leveren. De band heeft deze vier jaar als een investering beschouwd, met het ontwikkelen van de show en artistieke signatuur met als doel om het ook internationaal uit te rollen.’

Hoe pareer je de kritiek: er is geen subsidie nodig want we zien toch volle zalen bij artiesten?

‘Subsidie aan podiumkunsten gebruik je om artistieke ontwikkeling mogelijk te maken die de markt niet mogelijk maakt. In de Tweede Kamer klonken kritische geluiden toen men zich realiseerde dat Caro Emerald de snellokket regeling gebruikt had. Dan kunnen wij heel goed uitleggen dat het ook voor Caro Emerald een enorme investering is om naar het buitenland te gaan. En dat zij het nodig heeft om in het buitenland te spelen om haar broek op te houden omdat de Nederlandse markt geen enkele popmusicus voldoende inkomen kan bieden. Als je dat kan stimuleren met 5.000 euro, ben je dus misschien wel een spekkoper.’

Hoe kijk je naar de toekomst van de popmuziek?

‘Ik vind dat Nederland zich onderscheidt van andere landen door de enorme diversiteit aan artistieke ontwikkelingen die wij hebben. Dat is bijzonder en vind je niet veel in andere landen. Daar ben ik positief en optimistisch over, want die artistieke inventiviteit is niet zomaar te stuiten. Dus over het aanbod ben ik positief.’

‘Ik denk dat de toekomst er voor de popsector misschien wel zonniger uitziet dan voor andere sectoren. Bij de popsector speelt de vergrijzing van het publiek veel minder dan bijvoorbeeld bij klassieke muziek. Op popmuziek komt veel makkelijker een divers publiek af. De representativiteit van de samenleving is goed gewaarborgd. Als je dan als overheid in staat bent om een instrumentarium te ontwikkelen wat goed valt in de sector en stappen kan zetten in de sector, lijkt mij dat de toekomst van de popsector niet per se somber is.’

En op het gebied van de poppodia?

‘Dat is wel een zorg. Ik vermoed dat zich hetzelfde voltrekt als wat in andere sectoren gebeurt; een trek naar buiten het podium. Je ziet het al met verschillende stromingen in de popmuziek, die ook op plekken buiten podia spelen. Denk aan festivals of kerken. Je moet kijken naar waar het publiek naartoe wil. Dat moeten we goed in kaart brengen. Het is nog steeds zo dat ‘het presenteren’ van de podiumkunsten een verantwoordelijkheid is van de lokale overheid. Wij en het ministerie zijn van het stimuleren van het aanbod en de gemeente van de presentatie, podia en festivals. Maar we moeten met elkaar in gesprek blijven, we hebben elkaar nodig. De grote instituten zitten nu in de basisinfrastructuur, daarom willen wij de komende jaren de artistieke ontwikkeling van makers nog centraler gaan stellen.’

Gerelateerde blogs van Gigstarter:

Wil je meer weten over de muziekindustrie, tips voor artiesten en Gigstarter? Lees dan onze blog.

Gigstarter maakt live muziek toegankelijk voor iedereen. Op gigstarter.nl vind en boek je gemakkelijk live muziek voor jouw feest. Deze service is voor zowel de artiest als boeker volledig kosteloos. Neem een kijkje op de site en volg ons op Facebook om op de hoogte te blijven van Gigstarter evenementen en nieuw talent.

Minder gedoe. Meer muziek.


Tags: henriette, fonds podiumkunsten, gigstarter